Stiepeltekens en gevelstenen

Stiepeltekens en gevelstenen

Stiepeltekens vind je op veel oude Twentse boerderijen; dat zijn de smalle eikenhouten plankjes waar diverse heidense, en later ook christelijke symbolen, zijn uitgezaagd. Ze staan op de nok van het dak en beschermen de boerderij tegen blikseminslag, heksen, duivels, spoken en ziektes. Er zijn veel verschillende symbolen in steeds wisselende combinaties. Het meest gebruikt zijn een paardenkop (tegen onheil), de donderbezem (tegen blikseminslag) en het zonnerad (voor vruchtbaarheid). In vroeger tijden toen veel natuurverschijnselen nog onbegrepen waren, dacht men dat geesten en voorouders verantwoordelijk waren voor misoogsten, veeziekten en zelfs voor ongemakken en rampen in een mensenleven. Een houten stiepelteken met symbolen helpt dan het onheil af te weren, maar ook zegen te brengen zoals overvloed en liefde.

Je vindt deze tekens vaak op de middelstijl van de grote openslaande deuren van een schuur, maar ook bovenop daken waar de twee helften elkaar raken als een soort bekroning. Uiteraard was het afweren van donder en bliksem een belangrijk aspect.
Deuren of daken: het zijn twee plaatsten waar twee helften elkaar raken dus… op de grens van twee werelden. De verschillende motieven staan steeds voor een andere symboliek.

X tekens op de middenstijl/stiepel
(Zouden de boeren rood-witte raamluiken die er net zo uitzien als de 4de van links ook een X-teken zijn ter bezwering?)

De symbolen op het dak is eigenlijk een levensboom met specifieke symboliek die per dorp, familie of plek kan verschillen. Het zijn symbolen die voortkomen uit het katholieke of protestantse geloof en vooral uit de oude volksgeloven. Een voorbeelden uit de reeks zijn: kruis, zonnewiel, zesspakig rad, levensboom, maansikkel en zwanen.

Foto boven:
Lomansweg in Beuningen. Het kruis is een oeroud onheilafwerend symbool. Het begon mogelijk als een X teken op de stiepel als afweer van bliksem. Toen het christendom kwam werd de X rechtop gezet – zo werd het een kruis.
Het kruis gaat vaak samen met een anker en een hart: `geloof, hoop en liefde’. Daaronder staan twee paarden afgebeeld, welke een Germaans en Saksisch heilig dier is, en alle onheil van zich afwerpt. Zij komt voor in het wapen van Niedersachsen en Twente (“Twentse Ros”) en wordt als zodanig tegenwoordig veel gebruikt als een uiting van de regionale identiteit. Daar weer onder bevindt zich de zesster: een zonnewiel, wat het Germaans (vruchtbaarheids) symbool van de zonnecyclus en christelijk symbool voor Christus betekent. Het bovenste hart staat voor het Germaans (vruchtbaarheids) symbool voor “Moeder Aarde” en in katholieke zin “Heilig Hart” en liefde. Onder dit hart is er een Ankerblad: Germaans symbool voor de dood en in christelijke zin voor hoop. En tenslotte is er nog een hart, welke kan worden geïnterpreteerd als de liefde van twee partners voor elkaar.

Eikenhout
Een mooi detail is het eikenhout waaruit het stiepelteken ofwel gevelteken/nokteken gemaakt is; eiken is uiteraard goed bestand tegen het weer, maar ook is de eik de boom van Wodan, de Germaanse oppergod.

Meer weten?
Ook op deze pagina staat een stiepelteken volledig uitgelegd.
Lees het boekje Gevel- en Stiepeltekens in Twente en de Achterhoek door E. Jansen-Jonker uit 2010.

Andere volksgebruiken
Andere volksgebruiken is het planten van een vlierstruik bij het karnhok tegen het zuur worden van de melk, en een pol huislook (sempervivum) op het dak zou geluk brengen. Daar komt de naam huislook waarschijnlijk ook vandaan. In Drenthe werd de moederkoek van een paard hoog in een eik (paard en eik zijn gewijd aan Wodan) gehangen, zodat de raven van Wodan hem konden opeten.

1. Levensboom met de drie symbolen van geloof, hoop en liefde. Hart, anker en kruis.
2. Levensboom met korenaar, zonnerad (7 gaten = 7 dagen van de week) en maanstanden met kelk en kruis.
3. Levensboom met korenaar, zonnerad en maanstanden, vervolg levensboom met bloeiende stulp.
4. Levensboom met zonnerad, maanstanden en kruis.
5. Levensboom met kelk, hostie en kruis.
6. Donderbezem, als afweerteken van de boze geesten en hart van geloof met een gestoken zonnerad.
7. Donderbezem, levensboom, zonnerad.
8. Levensboom, korenaren, maanstanden met gestoken zonnerad.
9. In een kleinere uitvoering als in 8.
10. Het Twentse Ros met ontstaan levensboom en hart, kelk en kruis alsmede bloeiende tulp.
11. Het Twentse Ros in een grotere uitvoering.
12. Gaostok (wandelstok). Zo gevormd door de wilde kamperfoelie.

Geveltekens van de Zaanstreek; de symboliek lijkt hier al verdwenen te zijn en is de decoratieve en kunstzinnige waarde groter.
Back to site top