De Kosmische Oermoeder
vanuit haar wordt alles geboren
alles omvat zij
Wat geboren wordt
uit de schoot van de Kosmische Moeder
ademt haar leven,
haar liefde,
haar grootsheid!
Welkom!
Een Oermoeder biedt veiligheid, warmte, koestering
Zij voelt je vóór ze je aanhoort
Ze hoort je, eer je haar roept.
Ze weet je
Ze erkent je
Ze aanbidt je
Ze trotseert je
Ze corrigeert je
En alles in liefde
voor jou!
De oermoeder is uit het scheppingsverhaal weggeschreven:
Nu staat er: God creëert een man naar zijn evenbeeld en uit Adams’ rib ontstond de vrouw.Eva.
Inmiddels weten we wat de oorspronkelijke tekst is:
God creëerde Adam uit Adamah. Gen. 2:7. “En de Heere God had de mens geformeerd uit het stof der aarde”. In het Hebreeuws staat er adam, wat vertaald is als mens. En er staat ’ădāmāh wat vertaald is als aarde. Bovendien betekent in het Hebreeuws adam een werkwoord wat in onze taal luidt: rood zijn of rood worden. 1)
Hieruit blijkt dat de eerste mens die geschapen werd uit de aarde, Adam genoemd wordt, dit is rode(aarde) zijn/worden.
Adam de mens, wordt geformeerd uit (rode) aarde.
Pas daarna werd de mens Adam gesplitst in “iesj” = man en “iesjaah” vrouw.
En niet uit een rib zoals eeuwen foutief werd aangenomen. Vanwege een ‘vertaalfout’ is het eeuwenlang het Hebreeuwse woord “tsela” vertaald als “rib”, terwijl het ook “zijde” betekent. Dat verandert het verhaal: de Androgyne Mens Adam die gesplitst wordt in twee zijden, iesj en iesjaah.
Bron: Jacob Slavenburg
In het geweldige boek “De Bijbel voor ongelovigen” van Guusje Kuijer beschrijft hij de conversatie tussen Adam en Eva.
Eva zegt: “Ik weet niet waar ik vandaan kwam, maar ik was naar je op zoek.”
“Je bent een rib uit mijn lijf’, zei ik.
Ze keek me aan alsof ik een naaktslak was. Dat duurde gelukkig maar even, toen begon ze te schateren.
“Zeg dat nog een keer’, vroeg ze nahikkend van de lach.
‘God heeft je gemaakt uit één van mijn ribben,’ zei ik wat ongemakkelijk.
‘O’, zei ze. ‘Welke precies, wijs eens aan.’
Ik voelde aan mijn ribbenkast en moest bekennen dat ik het niet wist. Ik miste er geen één.
‘Ik heb liever dat je eerst nadenkt voor je iets zegt, snoes,’ zei ze.
Toen pakte ze mijn hoofd en drukte haar lippen tegen de mijne.
Wat er daarna gebeurde vertel ik niet, maar het werd buitengewoon gezellig.
En zo is, er loopt geen man rond die een rib mist, omdat het verhaal ook niet waar is.
Wel zoeken we allemaal naar onze wederhelft, omdat we weer één willen zijn.
Recente reacties